Ga direct naar inhoud

Onderzoek naar natuurbegraven

Steeds meer mensen hebben de wens om in de natuur begraven te worden. Maar wat heeft dat voor gevolgen? Daar is steeds meer over bekend, dankzij onderzoek dat wetenschappers uit Wageningen hebben gedaan.

Onderzoek natuurbegraven

Betere natuur

Voor Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland is het uitgangspunt dat in gebieden waar we natuurbegraven mogelijk maken, het een verbetering moet zijn voor natuur en landschap. We werken altijd vanuit onze natuurvisie en beheerplannen en volgens het vastgelegde ecologisch werkprotocol. Zo kan er bijvoorbeeld nooit een natuurgraf komen in de buurt van een dassenburcht of een broedende vogel. Een graf onder de boomkroon is ook niet mogelijk, want dat zou de wortels beschadigen. De materialen waarmee kisten of urnen zijn gemaakt, zijn van natuurlijke materialen die makkelijk afbreken in de natuur. Dat geldt ook voor gedenktekens. Die zijn van hout en vergaan na verloop van tijd.

Geen effect op plantenleven

Wageningse wetenschappers hebben op natuurbegraafplaats Heidepol bij Arnhem gekeken of natuurbegraven effect heeft op de planten die er groeien. Ook de samenstelling van de bodem verandert niet door natuurbegraven. Dat komt doordat je de grond maar één keer verstoort. Daarna keert de rust weer. Voor eeuwig zelfs, want als alle plaatsen op een natuurbegraafplaats bezet zijn, gaat Natuurmonumenten voor het gebied zorgen. Het is dan voor altijd beschermd. Het rapport vind je hier.

 

Meer bloemen en insecten

Mede dankzij natuurbegraven krijgen we de mogelijkheid om natuurgebieden groter te maken en met elkaar te verbinden. Ook kunnen we maatregelen nemen om de leefomstandigheden van planten en dieren te verbeteren. We kunnen dan bijvoorbeeld van dichte aangeplante naaldbossen, waar geen zonlicht op de bodem komt, afwisselende bossen maken met open plekken. In het zonlicht komen bloemen tot bloei. Daar komen vlinders, bijen en andere insecten op af. Zo draagt natuurbegraven bij aan een mooier Nederland.